Isoleren met je VvE: zo pak je dat samen aan
Isoleren zorgt voor minder energieverbruik, lagere kosten, meer wooncomfort en een beter milieu. Maar hoe werkt dat als je in een VvE woont? Op deze pagina lees je hoe je dat samen kunt aanpakken.

Appartementen isoleren gaat net even anders dan bij een eengezinswoning. Bij appartementen blijft de warmte vaak beter binnen, omdat er meestal buren boven, onder en naast je wonen. Hierdoor komt een kleiner deel van je woning direct in contact met de buitenlucht of de grond, en gaat er minder warmte verloren. Toch ontsnapt er ook in appartementen vaak warmte. Goede isolatie maakt je woning comfortabeler, tochtvrij en bespaart energie - en dus geld.
In een VvE kun je isoleren niet alleen regelen. De buitenkant van het gebouw – zoals gevels, ramen en glas – is meestal van de VvE. Daarom moeten jullie samen besluiten en samen isoleren. Kijk in het splitsingsreglement hoe dit bij jullie geregeld is en zet samen de volgende stap.
Waarom isolatie belangrijk is
Een groot deel van het jaar is het buiten kouder dan binnen. Dak, muren, vloer en ramen zorgen ervoor dat warmte binnen blijft. Als die ‘laag’ dun is, bijvoorbeeld door enkel glas, ontsnapt de warmte sneller. Je verwarming moet dan harder werken, waardoor je meer energie verbruikt. Door te isoleren, breng je een extra beschermlaag aan die de warmte vasthoudt.
Wie kiest voor duurzaam verwarmen – met bijvoorbeeld een elektrische warmtepomp of aansluiting op een warmtenet – heeft meestal eerst een goed geïsoleerd huis nodig. Daarmee zorg je ervoor dat de warmte goed binnen blijft.
Kortom, door isolatie:
-
Wordt je energieverbruik lager
-
Is het makkelijk om je huis lekker warm te krijgen en te houden
-
Kun je overstappen op duurzaam verwarmen
Isoleren met je VvE: waar begin je?
Denk je na over isolatie in je appartementencomplex? Stel jezelf dan een paar belangrijke vragen:
Moet er groot onderhoud aan het gebouw plaatsvinden? Kijk dan meteen of je ook kunt isoleren. Zo bespaar je later kosten en verbeter je direct het comfort.
Bovendien kun je alleen overstappen op duurzaam verwarmen, met bijvoorbeeld een warmtepomp of warmtenet, als je huis goed geïsoleerd is. Dat moeten we allemaal, want in 2050 moeten alle woningen in Nederland van het gas af zijn. Het is zonde om nu bijvoorbeeld je gevel te vervangen en over een paar jaar opnieuw te moeten aanpassen. Doe het liever in één keer goed.
Niet alles in je appartement is van jou alleen. Ramen, kozijnen en gevels zijn vaak onderdeel van de VvE. De VvE is dan verantwoordelijk voor onderhoud en vervanging. Check altijd de splitsingsakte en het bijbehorende modelreglement om te zien welke onderdelen gezamenlijk zijn en welke je zelf mag aanpassen.
Bij veranderingen aan het gebouw is soms een omgevingsvergunning verplicht. Dit geldt bijvoorbeeld voor werkzaamheden aan spouwmuren en daken als er beschermde dier- of plantsoorten aanwezig zijn, zoals vleermuizen of nesten van (gier)zwaluwen.
Kleine VvE’s kunnen in sommige gevallen gebruikmaken van de aanpak ‘natuurvriendelijk isoleren’. Een expert zorgt er dan voor dat de dieren door de isolatiewerkzaamheden niet worden verstoord of gedood. Meer informatie vind je op de pagina Isoleren en natuurbescherming. Goed om te weten: de kosten voor een flora- en faunonderzoek worden tot 75% vergoed door de SVVE-subsidie.
Om van het gas af te gaan en elektrisch te verwarmen, is het belangrijk dat de isolatiewaarde van je gebouw hoog genoeg is. Die waarde is een optelling van alle isolatiemaatregelen die je neemt. Kun je bijvoorbeeld niet genoeg (extra) isoleren aan je gevel? Kijk of je het kunt compenseren met betere isolatie van het glas, je dak of de vloer. Zo komt het totaal aan isolatie misschien toch tot een waarde waarmee je van het gas af kan.
Welke soorten isolatie zijn geschikt voor VvE’s?
Je kunt met je VvE kiezen uit een paar manieren om te isoleren. Hieronder leggen we de verschillende manieren uit.
Gevelisolatie
Gevelisolatie is een goede manier om warmteverlies via de buitenmuren te beperken. Je kunt je gevel op verschillende manieren isoleren:
- De spouwmuur vullen (als je die hebt)
- Buitenmuur aan de buitenzijde isoleren
- Buitenmuur aan de binnenzijde isoleren
- Een combinatie van opties
Let op: voordat je je gevel gaat isoleren, is het slim om eerst te kijken naar de staat van de gevel. Als onderhoud nodig is, kun je dit goed combineren.
Optie 1: Spouwmuur vullen
Sommige appartementencomplexen hebben een spouwmuur. Dat is een muur met een binnen- en een buitenmuur, met een lege ruimte ertussen. Deze ruimte kun je isoleren om warmteverlies tegen te gaan. Ook oude of slecht werkende spouwmuurisolatie kan soms worden verbeterd.
Hoe weet je of je een spouwmuur hebt? Kijk of je muren dikker zijn dan 24 centimeter en of je spouwankers of verluchtingsroosters ziet. Een isolatiespecialist kan met een endoscopische camera zien of er een spouw is, of deze geschikt is om te isoleren en zo ja, wat de beste manier is om dat te doen. Hierbij kijkt de specialist naar hoeveel ruimte er in de spouw is, de bestaande isolatie, of de spouwmuur geen puin en vuil bevat en of de gevelstenen geschikt zijn voor isolatie.
Hoe werkt het precies?

Bij spouwmuurisolatie worden kleine gaten in de voegen van de buitenmuur geboord en het isolatiemateriaal via die gaten in de spouw geblazen.
- Minder energieverlies en lagere energiekosten
- Het uiterlijk van de gevel blijft hetzelfde
- meer comfort in huis
- minder geluid van buiten
-
Deze vorm van isolatie is niet genoeg om volledig van het aardgas af te gaan
-
Een flora- en faunaonderzoek is nodig om te controleren of er vleermuizen in de spouwmuur wonen. Lees meer over natuurvriendelijk isoleren.
Optie 2: Buitenmuur aan de buitenzijde isoleren
Je kunt het gebouw ook aan de buitenzijde laten isoleren. Dat is een goede optie als:
- Je gevel geen spouwmuur heeft of de spouwmuur niet geschikt is om te isoleren
- De gevel in slechte staat is en groot onderhoud nodig heeft. Je kunt dit combineren met isolatie en het gebouw krijgt vaak een frissere uitstraling.
- Je (uiteindelijk) van het aardgas af wilt of energieneutraal wilt worden.
Hoe werkt het precies?
Er zijn twee manieren:
- Isolatie tegen de gevel aan
Als er geen spouwmuur is of de isolatie van de spouwmuur niet voldoende is, wordt isolatiemateriaal tegen de bestaande muur geplaatst en komt daar een nieuwe buitengevel overheen. Omdat het uiterlijk van de gevel verandert, kan hiervoor een omgevingsvergunning nodig zijn. - Buitenste muur verwijderen
Bij deze optie wordt de buitenste muur weggehaald, komt er isolatie tegen de binnenmuur en daarna een nieuwe buitengevel. Vooraf moet altijd een constructeur bekijken of dit mogelijk is. Ook hier verandert het uiterlijk van de gevel, dus ook nu is een omgevingsvergunning nodig.
-
Let op: soms valt een gebouw onder beschermd dorps- en stadsgezicht of is het een monument. Dan mag de buitenkant niet zomaar worden veranderd. Controleer dit altijd van tevoren.
Houd ook rekening met de erfgrens of rooilijn. Door isolatie kan het gebouw iets groter worden en over de erfgrens of gemeentelijke grond gaan. Dat mag niet altijd. Soms kan de grond aangekocht worden als het over een erfgrens gaat. Bij de rooilijn (gemeentelijke grond) kan het bestemmingsplan bepalen dat isolatie van de buitengevel niet toegestaan is.
- Zeer goede isolatie mogelijk
- De VvE krijgt een frisse, nieuwe uitstraling
- Geen verlies van ruimte in de woningen
- Weinig werk aan de binnenkant van de woningen (misschien moeten kozijnen verplaatst of aangepast worden)
- Minder geluid van buiten
- Duurder dan isoleren aan de binnenkant met een voorzetwand
- Als er een spouwmuur is, is een flora- en faunaonderzoek nodig
-
Omgevingsvergunning nodig omdat het uiterlijk van de gevel verandert
-
VvE’s die tot aan de erfgrens of rooilijn gebouwd zijn, hebben ook een omgevingsvergunning nodig
-
Dakgoten, boeiboorden of aansluiting op het dak moeten misschien aangepast worden
-
Bij een nieuwe buitenmuur moet soms de fundering aangepast worden
Optie 3: Buitenmuur aan de binnenzijde isoleren
Je kunt ook een extra muur aan de binnenkant plaatsen, een zogenaamde voorzetwand. Deze muur helpt om warmte binnen te houden. Je kiest voor deze manier van isoleren als:
- Er geen spouwmuur is
- Isolatie aan de buitenkant van de muur niet mogelijk is
- Je helemaal van het aardgas af wilt, en dit niet lukt met spouwmuur- of buitenmuurisolatie
-
Let op: Om op deze manier te kunnen isoleren moet de buitengevel in goede staat zijn. Er mogen geen scheuren in zitten. En als er vochtproblemen zijn, moeten die eerst opgelost worden.
Hoe werkt het precies?
Bij isolatie aan de binnenkant van de buitenmuur wordt isolatiemateriaal tegen de muur geplaatst, aan de binnenkant van het appartement. Dit kan op verschillende manieren. Omdat de muur iets verder de kamer binnenkomt, wordt de ruimte kleiner. Hoeveel precies hangt af van hoe dik het isolatiemateriaal is dat je kiest. Deze vorm van isolatie kan zowel voor een geïsoleerde als een niet-geïsoleerde spouwmuur geplaatst worden, of als er geen spouwmuur is.
- Goedkoper dan een hele nieuwe buitenmuur
- Geen omgevingsvergunning nodig
- Geschikt voor VvE’s die de buitenkant van het gebouw niet mogen aanpassen
- Minder geluid van buiten
- De kamers worden kleiner doordat de muren een paar centimeter naar binnen komen
- Alle VvE-leden moeten meedoen, anders kunnen er koudebruggen ontstaan. Dat zijn plekken waar er door verschil in isolatie temperatuurverschillen ontstaan die condens en uiteindelijk rot kunnen veroorzaken
- Werkzaamheden vinden binnen plaats. Omdat dit in alle appartementen moet, vraagt dit veel afstemming
- De voorzetwanden in de appartementen moeten worden geverfd, gestukt of behangen. Radiatoren, stopcontacten, vensterbanken, deuren of kozijnen moeten soms worden verplaatst of vervangen
- Duurder dan spouwmuurisolatie.
Isolatieglas en isolerende kozijnen
Glas en kozijnen laten vaak veel warmte ontsnappen. Door ze goed te isoleren, kun je flink besparen op je energiekosten. Meestal horen glas en kozijnen bij de VvE, dus je moet dit samen regelen.
Veel mensen denken dat dubbel glas voldoende isoleert, maar dat is eigenlijk achterhaald. Kies liever voor HR++ glas, triple glas of vacuümglas. Triple glas isoleert heel goed, maar past niet altijd in bestaande kozijnen. Vacuümglas is dunner en kan daarom ook vaak gebruikt worden in monumentale gebouwen.

Waar let je op bij nieuw glas?
Bij de keuze voor nieuw glas is het belangrijk om naar de kozijnen te kijken. Zijn de kozijnen in slechte staat? Dan kun je overwegen ze te vervangen en meteen triple glas of HR++-glas te plaatsen. Zijn de kozijnen nog goed? Dan kun je ook nieuw glas nemen dat in de bestaande kozijnen past.
Het type kozijn bepaalt welk glas geschikt is. Kozijnen kunnen van hout, kunststof of metaal (aluminium of staal) zijn. Bij metalen kozijnen zit vaak een kunststof laag tussen binnen- en buitenkant. Deze laag helpt warmte binnen te houden en voorkomt koudebruggen.
Bij de keuze voor een kozijn spelen verschillende dingen mee:
- Houten kozijnen moeten regelmatig geschilderd worden, terwijl kunststof en metalen kozijnen minder onderhoud nodig hebben.
- Hout kun je makkelijk in een andere kleur schilderen. Bij kunststof of metaal kan dat lastig of niet mogelijk, en geschilderd metaal moet daarna ook onderhouden worden.
- Aluminium of metalen kozijnen zijn duurder dan houten of kunststof kozijnen.
In alle gevallen is het belangrijk dat kozijnen op de juiste manier geplaatst en afgewerkt worden. Kieren en gaten zorgen anders voor tocht en warmteverlies. Goed aansluitende kozijnen houden de warmte binnen en besparen energie.
Dakisolatie
Als VvE kun je ook het dak isoleren. Hoe je dat doet, hangt af van het type dak: een schuin dak of een plat dak. Ook maakt het uit of het dak nog in goede staat is of dat het aan onderhoud toe is. Afhankelijk daarvan zijn er verschillende manieren om het dak te isoleren.
Een schuin dak isoleren
Een schuin dak kun je op twee manieren isoleren: aan de binnenkant of aan de buitenkant. Isolatie aan de buitenkant is vaak het beste, omdat de lagen van het dak zo goed op elkaar aansluiten. Het dak wordt hierdoor wel hoger, wat invloed kan hebben op dakgoten, schoorstenen of de aansluiting met buren. Voor isolatie aan de buitenkant moeten de dakpannen eerst van het dak worden gehaald.
Bij isolatie aan de binnenkant komt het isolatiemateriaal tussen de dakbalken. Het plafond wordt dan iets lager. Omdat het isolatiemateriaal niet overal doorloopt, kunnen er koudebruggen ontstaan.
Een plat dak isoleren
Ook een plat dak kun je binnen of buiten isoleren. Buitenisolatie is het beste, want bij binnenisolatie is er meer kans op koudebruggen en daardoor rot. Voor beide opties moet eerst worden gekeken of het dak het extra gewicht van de isolatie kan dragen.

Controleer bij het isoleren van een plat dak altijd eerst of het dak het extra gewicht kan dragen.
Dak in goede of in minder goede staat isoleren
Een goed moment om het dak te isoleren is als de dakbedekking aan vervanging toe is. Je moet de oude dakbedekking toch al verwijderen. Daarna komt er een damp-remmende folie op de dakconstructie. Daarboven komt het isolatiemateriaal en daar weer bovenop een nieuwe laag dakbedekking.
Isoleren aan de buitenkant van het dak
Is het dak nog in goede staat? Dan kun je kiezen voor ‘omgekeerde dakisolatie’. Dan wordt de isolatie aan de buitenzijde van de bestaande dakbedekking geplaatst. Het isolatiemateriaal moet dan wel goed tegen water en vocht kunnen. Omdat de dakbedekking afgedekt wordt met isolatieplaten, wordt deze minder blootgesteld aan weer en wind. Daardoor gaat de dakbedekking langer mee.
Extra ballastlaag
Om het isolatiemateriaal op het dak goed op zijn plek te houden, wordt er vaak een laag grind of een andere ballastlaag bovenop gelegd. Je kunt ook kiezen voor een groen dak van sedum, mos, kruiden of gras. Dat heeft extra voordelen: het is onderhoudsarm, vangt regenwater op en zorgt voor verkoeling op warme dagen.
-
Let op: een groen dak geeft geen extra warmte-isolatie. Het dak moet dus eerst normaal geïsoleerd worden.
Isoleren aan de binnenkant van het dak
Als isolatiemateriaal aan de binnenkant van het dak wordt geplaatst (onder de dakconstructie), noemen we dat ‘koud dak’-isolatie. Bij deze manier is het lastiger om condens te voorkomen, en de ventilatie is niet altijd voldoende. Daarom wordt deze methode niet vaak gebruikt.
Vloerisolatie
Tot slot kun je samen met je VvE de vloer van de begane grond isoleren. Zo voorkom je dat kou uit de grond omhoog komt.
Dat kan op verschillende manieren:
- Met bodemisolatie. Dit levert wel minder besparing en comfort op
- Aan de onderkant van de vloer. Dit kan als er een kruipruimte is waar je goed bij kunt
- Ligt er onder de onderste woningen geen kruipruimte, maar bijvoorbeeld een parkeergarage, fietsenstalling of bergingen? Dan kan er op het plafond van die ruimtes isolatie aangebracht worden. Daarvoor is toegang tot die ruimtes nodig en het moet er hoog genoeg zijn
- Als er helemaal geen kruipruimte, garage of berging is, kan de vloer ook aan de binnenkant van de woning op de onderste verdieping worden geïsoleerd. De vloer van deze appartementen komt dan wat hoger te liggen. Dat kan onhandig zijn bij bijvoorbeeld deuren die niet meer goed aansluiten.

Heeft jouw gebouw een kruipruimte waar je bij kunt? Dan kun je de vloeren van de begane grond aan de onderkant isoleren.
Subsidies en leningen
Een VvE kan subsidie krijgen voor verduurzaming. Ook voor isolatie. Dit kan bijvoorbeeld via SPUK-LAI (Specifieke uitkering lokale aanpak isolatie), onderdeel van het Nationaal Isolatieprogramma. Deze subsidie kun je bij je gemeente aanvragen.
Ook de SVVE-subsidie biedt steun voor verschillende soorten isolatie.
Daarnaast zijn er leningen mogelijk, onder andere via het Nationaal Warmtefonds of het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.
Bekijk ook
Er zijn allerlei manieren om je gebouw te verbeteren en energiezuiniger te maken. Welke stap de juiste is, hangt af van je wensen en situatie. Ga je bijvoorbeeld eerst isoleren of ben je al klaar voor aardgasvrij verwarmen? Ontdek de mogelijkheden.